Narcis / Narcissus
Narcis (Narcissus) is een geslacht van bolgewassen uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae). De naam is afkomstig uit de Griekse mythologie (zie Narcissus (mythologie)). Narcissen zijn voorjaarsbollen en hebben een koude rustperiode nodig. Je vindt narcissen in vele soorten en kleuren: roze, oranje, rode, witte of gevlekte, dubbelbloemige bloemen, met grote gele trompetten of met trosjes van gele of witte bloemetjes. In tegenstelling tot bij de leliefamilie komt bij deze familie een onderstandig vruchtbeginsel voor.
Je kunt narcissen rustig laten verwilderen; ze vermeerderen zich vanzelf en elk jaar zullen er meer bloemetjes komen.
Er is veel verschil van mening over het aantal soorten. Walter Erhardt (1993) bijvoorbeeld onderscheidt 66 soorten en in The International Daffoldil Register and Classified List van 2008 worden 85 soorten onderscheiden. De bekendste zijn: de trompetnarcis, de grootkronige narcis en de kortkronige narcis. In Nederland en Belgiƫ komt alleen de wilde narcis (Narcissus pseudonarcissus subsp. pseudonarcissus) van nature voor. Zie ook:
Narcissen worden ingedeeld in verschillende categorieƫn. De Royal Horticultural Society in Londen registreert alle soorten en omschrijft deze of het nu wilde soorten zijn of cultivars.
bloeitijd: voorjaar
zonlicht: halfschaduw, zon
bloemkleur: creme/wit, geel/oranje
bloeiduur: bol
bodemvocht: weinig vocht