De grond onder een boom is vaak hard en droog, omdat de regen vooral langs de kroon afdruipt. Eerst gaan we die grond in de boomspiegel onderhanden nemen. Die is vaak hard en moet daarom – voorzichtig, om de boomwortels niet te beschadigen – losgemaakt worden. Vervolgens leggen we een dikke laag humusrijke grond om de boom, zodat de toekomstige planten een zo goed mogelijke start krijgen.
Is dit gebeurd, dan bekijken we wat voor soort boom we hebben staan. Is hij net geplant of staat hij er al tweehonderd jaar? Is hij breed of smal? Heeft hij een dichte of een open kroon? Heeft hij, zoals de beuk of de berk, een oppervlakkig wortelstelsel dat veel water aan de bovenlaag onttrekt? Aan de hand van deze gegevens kunnen we inschatten wat voor boomspiegel de boom in onze straat heeft.
Bij een boom is er voor planten minder water beschikbaar en dan kan water geven nuttig zijn maar…
Belangrijker dan bemesten is een gezonde bodem. Compost zorgt een gezonde luchtige bodem, zodat planten voedingstoffen in die bodem goed kunnen op nemen. Zet nieuwe planten in tuinaarde maar niet in bemeste tuinaarde. Die bevat teveel (kunst)meststoffen waardoor planten kunnen ‘verbranden’. Biologische tuinaarde is beter, die bevat compost en houdt het water beter vast.
Kunstmest verlaagt de kwaliteit van de bodem en die is nu juist zo belangrijk voor gezonde planten.
Bloemen hebben nectar en stuifmeel waar bijen en vlinders naar op zoek zijn. Niet alle bloemen hebben daar evenveel van. Planten die gekweekt zijn voor een fraaie bloei (dubbele tulpen) hebben vaak weinig stuifmeel of ze zijn zo gevormd dat insecten er niet bij kunnen. Met ‘gewone’ bloembollen (ook dahlia’s) trek je meer bijen en vlinders naar de boomtuin.
Wees voorzichtig met waar je planten koopt. Planten die zijn opgekweekt in een kunstmatig klimaat, zoals een kas, redden het vaak niet in een boomtuin. Koop planten bij een goede kweker.