Els Couenberg is (professioneel) bioloog/ecoloog en is bestuurslid van de Bomenstichting. In 2012 heeft ze Natura Ingenium opgericht, een onafhankelijk advies-en ingenieursbureau voor bomen en groen in een stedelijke en verstedelijkte omgeving.
Boomspiegels zitten al heel lang om stadsbomen en ik weet eigenlijk niet precies waarom. Lang heb ik gedacht dat ze ervoor zorgden dat er voldoende zuurstof bij de wortels terechtkwam. Maar nu denk ik dat ze er voor dienen de stam ruimte te geven om dikker te worden. Vroeger waren ze klein (die bomenrondjes zie je nog regelmatig in Stadsdeel Zuid). Maar men kwam erachter dat voldoende zuurstof in de bodem erg belangrijk is voor een boom. En ook dat het niet vanzelfsprekend is dat er genoeg zuurstof in de bodem zit. Daarbij kwam dat ze bomen wilden handhaven die oppervlakkig geworteld waren. Als de wortels te hoog waren voor de bestrating en er voldoende ruimte was werd de boomspiegel vergroot.
Boomwortels hebben zuurstof nodig om te kunnen groeien maar ook om water en mineralen op te nemen. Als er voldoende water in de bodem is maar onvoldoende zuurstof, kan een boom toch sterven voor vochtgebrek. En alle zuurstof in de bodem komt van boven. Hoe dieper in de grond, hoe minder zuurstof. Het is zelfs zo dat op 1 meter onder stoeptegels vaak onvoldoende zuurstof is om wortels te laten groeien. Hoog je op met aarde, dan krijgen de wortels opeens minder zuurstof. Voor hun gevoel liggen ze nu opeens een stukje dieper. Verder is onlangs bekend geworden dat de stamvoet het niet prettig vindt als er veel aarde omheen wordt aangebracht. Dan treedt er eerder rot op. Op dit moment wordt er getest hoe je meer aarde rond bomen kunt aanbrengen, maar het gaat nog minimaal 5 jaar duren voor we weten wat de effecten op langere termijn zijn. Er zijn soorten die meer ophoging kunnen verdragen, maar de meeste soorten kunnen niet meer dan 5 cm aan.
Als een boomtuin niet te hoog wordt gemaakt is een boomtuin goed voor de gezondheid van een boom.
Ondiep wortelende plantjes zitten de boom doorgaans niet in de weg. Flinke struiken zou ook kunnen mits je ze makkelijk kunt planten en mits je de stamvoet nog goed kunt blijven bekijken. Dat is nodig voor de veiligheidscontroles. Je moet kunnen blijven zien of de stamvoet schimmels heeft of mogelijk rotte plekken. Toch is het beter als de stamvoet een beetje vrij blijft. De wilgenhoutrups, die zulke grote gangen maakt dat een boom een gevaar voor de omgeving kan worden, komt vaker voor als er struiken bij de stam staan.
Voorzichtig werken is hier een vereiste. Het is voor een boom niet zo’n probleem om dunne wortels (dunner dan 2 cm) kwijt te raken, maar het ligt er aan hoeveel en hoe. Wortels van 2 cm doorsnede en dikker (hou er een liniaal bij) kun je het beste laten zitten. Je kunt wortels afknippen met een snoeischaar om ruimte te maken, zij het dat zand niet zo heel goed voor je snoeischaar is. Goed schoonmaken is het devies.
Gebruik een niet te scherpe schop als je gaat planten. Met een scherpe schop kun je dikke wortels lelijk beschadigen. Graaf je plantgaatjes voorzichtig uit en neem er de tijd voor.
Hetzelfde geldt voor paaltjes slaan. Meestal kunnen dunne paaltjes best tussen de wortels worden geslagen. Hou op als je weerstand voelt en zoek dan een ander plekje.
Graaf niet te diep: soms ligt er een elektra- of andere kabel onder de boomspiegel. Die kun je tegenkomen vanaf 40 cm diepte. Het gebeurt niet heel vaak, maar het is vervelend als het wel gebeurt. Over het algemeen geldt: voel je iets tijdens het graven, ga dan eerst kijken wat het is voordat je verder graaft (een stuk tegel in de grond, puin, een dikkere wortel of een kabel). Als de boomspiegel afgedekt is met een verhard materiaal en je wil er een tuintje op maken, moet je dat laagje eerst weghalen. Dat laagje houdt de zuurstof vaak al tegen en als je daar aarde bovenop doet, wordt dat voor de boom nog erger en voor je planten is het ook niet goed. Bindt geen planten of lichtjes vast aan de boomstam. In eerste instantie kan het geen kwaad, maar als je het vergeet dan snoert de band in de stam en daar wordt de boom niet vrolijk van. De toevoer van suikers van de bladeren naar de wortels wordt dan verminderd.